Het Nederlandse Tall Ship Bark EUROPA ligt weer in Scheveningen aan de kade. Na een reis van 10.160 zeemijlen vanuit Ushuaia (Argentinië), is het schip dinsdag gearriveerd in thuishaven. Het is de langste non-stop reis die de EUROPA ooit heeft gemaakt. De internationale bemanning, bestaande uit 8 mannen en 11 vrouwen, kon na 81 dagen op zee weer voet aan wal zetten. Directe familieleden mochten hun geliefden met hulp van knuffelschermen op de kade weer in de armen sluiten. Daarnaast stonden er kratten vol verse groente en fruit op ze te wachten.
Foto Arjan de Jager
Door de gevolgen van corona kon de bemanning geen kant meer op en werd besloten om vanuit Ushuaia in één ruk terug naar Den Haag te varen. De EUROPA was als laatste schip van de Hollandsche Zeilvloot nog onderweg naar huis. De komende maanden blijft ze in Den Haag om kosten te besparen en onderhoud aan het schip te plegen. ”We gaan, binnen de ruimte die er is, op zoek naar de mogelijkheden om vanaf augustus weer mensen aan boord te kunnen verwelkomen,” zegt Leentje Toering, directeur van de EUROPA.
Lockdown
Half maart kwam het Nederlandse Tall Ship Bark Europa terug van haar laatste Antarctica expeditie van het seizoen. Rederij Bark EUROPA heeft door de gevolgen van corona haar oorspronkelijke vaarschema met reizen naar de Pacific en Australië moeten annuleren. In Argentinië mocht er vervolgens niemand van boord en het naar huis vliegen van bemanningsleden werd onmogelijk. ”We konden geen kant meer op. Alle eilanden en havens gingen op slot. De enige optie die we zagen zitten is non-stop naar huis varen,” laat de Nederlandse kapitein Eric Kesteloo weten. Onder zijn leiding is het expeditieschip Bark EUROPA vrijdag 27 maart vertrokken vanuit Ushuaia, de meest zuidelijke stad ter wereld.
Onder zeil
Voor het vertrek vanuit Ushuaia werd het aantal zeemijlen naar Den Haag berekend op 8740. Kapitein Eric Van Kesteloo schatte in dat ze dat 71 dagen zou kosten, uiteindelijk werden het er 81: ”De weersomstandigheden onderweg waren echt anders dan voorspeld. Ik denk dat ook klimaatverandering daar wel eens een rol in gespeeld zou kunnen hebben. De uitdaging was in eerste instantie om de reis non-stop zeilend af te leggen. Ik peilde elke dag de stemming bij de bemanning en uiteindelijk heb ik op dag 60 besloten om de motor aan te zetten om door een windstil gebied heen te kunnen varen.”
Knuffelschermen
Onder de 19-koppige bemanning, die 12 verschillende nationaliteiten telt, zijn vier Nederlanders; kapitein Eric Kesteloo, scheepsarts Sanne Muller, kok Gjalt Gaastra en barmedewerker Amelke Fortuin. Allen werden op de kade in de armen gesloten door hun directe familie. Daarnaast stonden er kratten vol verse groente en fruit, van de lokale groothandel De mannen van Verhoek, op ze te wachten.
Scheepskok Gjalt Gaastra: ”Het is heel dubbel maar een bijzonder gevoel om hier weer te zijn. De ontvangst is helemaal super met alle familie en al dat verse eten. De verse producten waren al een tijdje op, zelfs alle 300 kilo aardappelen zijn er doorheen gegaan! Van het zien van al die kratten met verse groenten en fruit op de kade werd ik als kok ook echt heel blij.”
Tijd voor onderhoud
Bark EUROPA was als laatste schip van de Hollandsche Zeilvloot nog onderweg naar huis. Na de positieve ontwikkelingen afgelopen week waardoor de zeeschepen nu ook overheidssteun krijgen, valt de EUROPA met haar SBI code nog steeds buiten de boot. De komende tijd blijft ze in Den Haag om kosten te besparen en in juli wordt er onderhoud aan het schip gepleegd. Voor de periode daarna wordt er gekeken wat de mogelijkheden zijn binnen de huidige maatregelen.
Leentje Toering, directeur van de EUROPA: ”We gaan, binnen de ruimte die er is, op zoek naar de mogelijkheden om vanaf augustus weer mensen aan boord te kunnen verwelkomen. Het zou mooi zijn als het ons lukt om samen met lokale partijen mooie dingen te organiseren voor het publiek, en daarmee ook weer te sparen voor toekomstig onderhoud. We houden alle ontwikkelingen en regelgeving goed in de gaten en hopen ook dat we in het najaar toch weer richting Antarctica te kunnen.”