Willen varen, kunnen varen en moeten varen… 

Column Evert Stel: "Het werd me teveel. Geestelijk, maar ook lichamelijk"

Evert Stel kocht in 1983 zijn eerste bootje. En daar zou het niet bij blijven. Inmiddels woont hij met zijn partner Inge aan boord van de Meander. In zijn nieuwste column getiteld ’Willen varen, kunnen varen en moeten varen...’ gaat Evert uitgebreid in op zijn liefde voor het varen maar die inmiddels wel grenzen kent.

Willen varen

In 1983 wilde ik varen en kocht mijn eerste bootje. Een motorvletje van 7,5 meter met een buitenboordmotor in een bun. Het was een wiebelig scheepje en met een jong gezinnetje van zes personen was het altijd uitkijken of het wel verantwoord was om te willen varen. Het bootje was zo instabiel, dat als de kinderen en de hond aan één zijde stonden, moesten mijn vrouw en ik aan de andere kant gaan staan om te voorkomen dat ze kapseisde… Als er dikke wind stond, bleven we liggen, want daar was het scheepje veel te rank en stuurlastig voor. 

Een zoveelste reactie van een voorbijganger was, als we bepakt naar het scheepje liepen terwijl er dikke wind stond; “Jullie blijven zeker liggen hè!”

We waren er vlot achter. Er moest een ander scheepje komen, want als we wilden varen, kon het vaak niet…

Kunnen varen

De reis naar een schip dat uiteindelijk zo zeewaardig was als een reddingboot, was lang. Toch kwam het er na vele jaren ervaring te hebben opgedaan van. Vele scheepjes passeerden de revue en werden opgeknapt, verbouwd en veiliger gemaakt, met de wens me er safe op te wanen als de stront weer eens van de dijk waaide en de uiers dwars onder de koeien hingen.

Toen ik een keer met mijn bevriende sleepbootkapitein een zeereis tijdens stormweer maakte, zag ik hoe de moderne reddingboot de woeste zee bedwong en schijnbaar moeiteloos een gewonde opvarende van een flinke viskotter plukte, om vervolgens de golven weer in te duiken en het onfortuinlijke  slachtoffer veilig naar de vaste wal te brengen.

De kapitein zei met volle overtuiging; “Kijk Evert, als je met dit weer wilt varen, kun je met zo’n reddingboot wel een zeetje hebben! Met jouw kottertje verzuip je geheid!”

Het idee was geboren en ik bouwde als eerste een reddingboot als jacht, waarvan zich al snel een bedrijf ontwikkelde https://www.nolimitships.com/. Het schip is zo zeewaardig, dat een klant met een zusterschip enkele jaren geleden een Atlantic crossing met het 15 meter lange motorschip maakte! Het zorgde voor avonturen die elk voorstellingsvermogen ver te boven ging. Ruim 11.000 mijlen lang was de No Limit hun trouwe bondgenoot op de grote ruige zee.

Als ik ergens met mijn No Limit lag, waren de reacties van voorbijgangers bij stormweer vaak; “Nou… jullie kunnen met dit schip altijd varen hè?”

Moeten varen

Na 27 jaren ging er een grote wens in vervulling. Ik kon eindelijk aan boord gaan wonen. Daartoe kochten we het wrak van een voormalige loodstender met zeeklasse A en verbouwden het eigenhandig tot ons varende woonschip. We wilden na enkele jaren in de Oostzee rondtrekken toch weer wat zingeving in het leven en begonnen in 2007 met Vaarwens (https://www.stichtingvaarwens.nl/). De stichting werd zo’n groot succes, dat van trekken en reizen geen sprake meer was, maar louter laatste wensen vervullen. Het werden er ruim 100 per jaar en het begon op werken te lijken. De druk was groot, want we moéten altijd varen, weer of geen weer. We voeren met onze gasten tijdens stormweer, in dichte mist of gewoon door het ijs!

Normaliter was ik in die omstandigheden blijven liggen, maar in deze bijzondere situaties was er altijd het woord ‘moéten’, want we kunnen onze vaargasten in hun laatste dagen geen voucher geven en zeggen; “Kom over een weekje maar terug, want het weer is me te slecht!” Meestal zijn ze een week later namelijk al niet meer onder ons…

Tijdens een stormdag met windkracht 9 komt een voorbijganger bij me staan als ik de brancardlift in gereedheid breng en hij zegt; “Moét je varen vandaag? Veel sterkte, ik was blijven liggen…”

Blijven liggen…

Het werd me teveel. Geestelijk, maar ook lichamelijk. Het ‘moéten’ brak me ook op, want ik stond er alleen voor, gewoon omdat het schip ook ons huis is en we het niet meegeven aan onze goedwillende vrijwilligers. Gelukkig werd er met hulp van vele donateurs, sponsoren en fondsen geld bijeen gebracht om een eigen schip voor de stichting te kunnen laten bouwen dat in 2020 in de vaart kwam. Heerlijk om niet meer het hele jaar ‘aan te moéten staan’, en te gaan varen als ik het wil, of kan!

Onlangs woei het snoeihard en we hadden plannen om een tochtje voor onszelf te gaan maken. Tijdens de voorbereidingen begon ik te twijfelen of ik er vanwege het weer wel zin in had en er komt een voorbijganger langslopen. 

Hij zei; “Geweldig, wát heb je een stoer schip! jullie kunnen dit weer wel hebben hè?”

“Nou, ik denk dat we lekker blijven liggen. Ik wil wel varen en kan ook varen, maar ik moét even niet!”

Toen hij wegliep, zei hij  met een blik van volledig onbegrip en enig dedain; “Nou… met zo’n schip blijven liggen vanwege een beetje wind? Je durft zeker niet…!”

“Meneer, een schipper zonder haast heeft altijd goede wind!” antwoord ik.

Evert

 

Evert Stel is schipper van de Meander V. Met deze voormalige loodstender heeft hij jarenlang met zijn partner Inge voor de Stichting Vaarwens dagtochten gevaren met mensen in de laatste levensfase. Inmiddels heeft de Stichting een eigen schip en wordt de Meander V ingezet op drukke dagen. Van alle dagtochten maakt Evert aangrijpende, veelal emotionele verslagen. Daarnaast is hij auteur en heeft diverse boeken geschreven en is hij columnist bij Watersport-TV. 

 

 

Afbeelding 31 Afbeelding 31
Afbeelding 32 Afbeelding 32
Afbeelding 33 Afbeelding 33
Afbeelding 34 Afbeelding 34
Afbeelding 35 Afbeelding 35
Afbeelding 36 Afbeelding 36