Liesbeth Mook en Ronald Brunt zijn met hun zeilboot ia orana een Rondje Atlantic aan het maken en via vlogs en blogs op Watersport-TV kun je ze volgen. Zojuist kregen wij bericht dat ze succesvol zijn overgestoken en in Cayenne, de hoofdstad van Frans Guyana zijn aangekomen. Hoogste tijd voor weer een blog.
Een OORTJE in het zeil…
Ik zoek met mijn lichaam de cadans van de boot en hoor het gesuis van het oceaanwater langs de romp. Golven slaan stuk tegen de patrijspoortjes. Zachtjes fluit de wind langs de verstaging. In een keukenkastje rammelt een pannetje.
Het moterluik achter de trap en de vlonder in de kombuis kraken. Op kanaal 16 praat een Rus Engels met een Portugees. In de kledingkast klinkt de doffe dreun van de vouwfiets. Op het voordek klingelt de shackle aan de val van de boom.
De geluiden aan dek hoor je buiten amper, maar komen in de salon versterkt binnen, omdat de romp als een klankkast fungeert. Een harde knal als er even te veel kracht op een schoot komt. Kort geklapper van de genua of het grootzeil bij een hoge golf. Een hoge tik van de windvaan tegen RVSpaal op het achterdek. Kedengghh: zegt het leioog aan bakboord. Spannende geluiden die inmiddels allemaal vertrouwd zijn geraakt.
Ik lig in de salon in mijn slingerzeil en loop wacht. Ronald slaapt op de bank. De timer op mijn mobiel gaat om de 20 minuten. Als het vrolijke deuntje af gaat, zet ik het vlug uit, omdat ik Ronald niet wakker wil maken. In enkel mijn slipje, grijp ik met mijn ene hand het tafelblad en mijn andere hand het handvat van de kaartentafel. Vervolgens zwiep ik mijn benen over het randje van het slingerzeil en pak ik de paal bij de keuken vast. In een sierlijke draai kom ik met mijn billen op het stoeltje van de kaartentafel. Ik zet mijn leesbril op en bekijk het scherm van openCPN. We varen 5,8 knopen en de koers komt redelijk overeen met the bearing. We willen zuidelijk van de rechtstreekse koers (naar Iles de Salut, een eiland voor Frans Guyana) blijven, dat ziet er ook goed uit. Een vrachtschip vaart onze kant op, maar de CPA geeft geen ramkoers aan, wel het komende uur even in de gaten houden. Ik grijp de handvatten naast de trap en klim omhoog. Op de derde tree blijf ik staan en draai een kwartslag om de windmeter boven het schuifluik te checken. Het pijltje zwenkt tussen 110 en 120 graden, prima. De windvaan kan het dus aan. Ik klim verder omhoog. Een hoge golf zwiept ia en mij opzij. Nog net op tijd grijp ik de RVSboog in het midden van de kajuit. Heupwiegend tuur ik naar de achterzijde van het schip van links naar rechts over het water. Behalve de bruisende golven van twee en een halve meter hoog, geen bijzonderheden. De maan schijnt een beetje bij, dat is wel zo handig. Vervolgens grijp ik aan stuurboord en aan bakboord de zijstang van de sprayhood. Ook voor ons geen bijzonderheden. Ik schiet mijn bedje weer in, tik de timer aan en val direct in slaap.
Deze handelingen herhaal ik 12 keer en dan is Ronald aan de beurt. Het was even zoeken, maar dit systeem sluit tot nu toe het beste bij ons aan. De hazenslaapjes tijdens onze vier uur durende wacht zorgen er voor dat we ‘s ochtends weer redelijk kwiek aan het ontbijt verschijnen.
Pfffffkragssshhhh…Buiten horen we het geluid van stof wat zich doormidden splijt. Het is rond een uur of drie en nog pikkedonker. Beiden zitten we geschrokken rechtop in ons bed en kijken elkaar onzeker aan. Wat was dat voor een geluid? Het scheurende geluid gaat gewoon door. Shit, is het grootzeil soms door midden aan het scheuren? Ik schiet weer het trapje op. Voor mij op de kajuitvloer ligt de boosdoener, een knaloranje plastic monster. Ik gniffel van opluchting: Ronalds zwemvest heeft zichzelf spontaan opgeblazen. Het gruwelijke geluid was enkel afkomstig van de klittenbandnaden die rondom openscheurden gecombineerd met het supersnel opblazen van een relatief kleine plastic zak. Dit is nu al de derde zoutampul deze reis die uit zichzelf afgaat? Gelukkig hebben nog een reservezwemvest, dus we kunnen weer naar dromenland.
Even later hoor ik weer een geluid aan dek wat ik niet herken. Ik schiet naar de bovenste tree, grijp de verschijner en richt op de schoten, de neerhouder en de bulletalie. Niets bijzonders. Vervolgens schijn ik op een katrol op het boeisel aan stuurboord. Op het dek ligt een inktvisje. Dat kan het geluid niet geweest zijn. Ik twijfel even, kan ik weer verder slapen?
Wonderbaarlijk dat niet alleen je ogen, maar juist de geluiden een zeer belangrijke signaalfunctie hebben tijdens de nachtwacht. Ik hoor Ronald zachtjes pruttelen: ‘Gaatutgoed? Ik stel mijn Kappie gerust met de woorden: ‘Prima schatje, slaap maar lekker verder’. Ook ik val meteen weer in slaap, maar mijn oren blijven op scherp.