Watersport-TV volgt Liesbeth Mook en Ronald Brunt die met hun zeiljacht een Rondje Atlantic zeilen. Over hun reis en avonturen schrijven ze blogs en maken ze ook vlogs die wij uitzenden.
TWEE RIFFEN
‘Hé schat, zet jij even een koersje uit?’ Ik hop achter de kaartentafel en speur op de digitale kaart naar een doorgang tussen de riffen van Green island naar de open zee van Noordoost Antigua. Vervolgens zet ik een route uit, zodat Ronald buiten op zijn mobiel onze ia naar Barbuda kan navigeren.
Ik kijk naar de vieze vaat op het aanrecht en glimlach, wat een droomavond was het gisteren. Ronald had zijn doel gezet op Rickett Bay, een klein baaitje omgeven door rifpartijen. Vanuit het zuiden was het prima bereikbaar. Bij aankomst werden we in de kajuit meteen verrast door suikerdiefjes en antillendikbekjes. Binnen de kortste keren hadden de boefjes het gemunt op mijn rode appel in het fruitnetje van de kombuis. Op het smalle witte strand maakten wij van stenen en sprokkelhout een kampvuurtje. BBQen op een onbewoond eiland met je voeten in het zand en uitzicht op een kleine baai met enkel je eigen boot maakten onze amoureuze avond compleet.
Ronald start de moter en ik neem de snobber weg en haal het anker op. Hij vraagt mij op de boeg te blijven staan, zodat we naast de route op de kaart, ook middels de kleuren van het wateroppervlak kunnen controleren of het water onder ons diep genoeg is. Terwijl ik mij op de punt sta te vergapen aan alle kleurenpracht, schrik ik plotseling op. Hier gaat iets mis. Ik zie de vele tinten van het koraal onder onze ia doorgaan en roep naar achter dat Ronald direct naar stuurboord moet. Ronald stuurt echter vervolgens naar bakboord en ik loop mokkend naar achter. Ronald legt uit dat de kaart mogelijk niet klopt en de kleur van het water juist aangeeft dat we links moeten houden.
De vele tinten blauwgroen zijn voer voor miscommunicatie. De diepte van de zee bepalen via de kleur is zeker geen sinecure. Zelfs als je de juiste benaming gevonden hebt, kan de natuur je nog op het verkeerde been zetten. De Atlantische Oceaan is diep en heeft een staal of kobalt blauwe kleur en kan bij bewolkt weer veranderen in nachtblauw. Een diepe bodem met zeegras is meer petrol en naarmate het ondieper is pastelpetrol. Ondiep water met een witte zandbodem heeft de sprookjesachtige kleur cyaan. Iets dieper water met een zandbodem is turkoois. De overgang van zand naar koraal heeft weer een soort van aquamarijnkleur. Het wateroppervlak boven koraal is een mengelmoes van roodoranje, mosgroen, roestbruin en indigo. Als er echter een wolk overdrijft geeft dit schaduw, wat de kleur van de zee verdoezelt, waardoor je denkt dat het diep water is. Spierwitte brandingsgolfjes duiden op een rotspuntje boven water, maar harde wind kan ook witte golfjes op het oppervlak creëren. Ligt het rotspuntje echter net onder het zeeoppervlak, dan zie je weer geen witte schuimkopjes, maar een bruin kleurtje. Om de verwarring compleet te maken is er al een periode sprake van een plaag met Sargassum in de Carieb, een bruinwier met een diepe saffraanokerkleur. Waan je je in de zoektocht over het rif, in diepblauw water, dan kan dit drijvende plantje verdomd veel op een rotspuntje lijken.
De zeilen kunnen gehesen worden. Ik zet mij schrap met mijn billen tegen grannybar en roep naar achter hoeveel riffen er nodig zijn? ‘Twee’. Voordat we het weten staan we alweer voor onze tweede puzzeltocht die dag, want ons doel voor vandaag is ankeren in Coralbay. Helaas zijn de boeien, beschreven in de pilot, tijdens de orkaan Irma eind 2017, weggeslagen en durfden we het niet aan om het doolhof met blauwe kleuren binnen te varen. Het gebied lijkt op een turkooise soep waar met een lepel allerlei verschillende lichte blauwe tinten doorheen geroerd is. Teveel risico…dus op naar Low Bay. Want hier is geen discussie over de kleur mogelijk, de westkust van Barbuda bestaat uit 19 km witroze strand, en zover als je kunt kijken is hier de zee cyaankleurig. Achter het smalle strand ligt een gigantische lagoon, de paaigrond van veel lobsters van alle omliggende eilanden. Maar ook de plek van een kolonie met duizenden fregatvogels.
Gids George Jeffrey vaart ons de volgende dag met zijn watertaxi op armlengte-afstand langs de fregatvogels en de mangroven, welke door de orkaan Irma compleet verwoest zijn en nu weer hier en daar groene blaadjes laten zien. Wonderbaarlijk dat deze vogels met hun indrukwekkende vleugelwijdte van wel 241 cm, onverstoorbaar blijven zitten. We zien spierwitte donzige kuikens op het nest en de anderhalf jaar oude fregatvogels met hun prachtige slanke witte koppen en smalle scherpe snavels. Pas na het tweede jaar is het geslacht door de kleur van de verenpracht duidelijk. Bij de mannetjes is tijdens de paringstijd de rode krop zichtbaar en de vrouwtjes hebben een witte bef.
Nog stil van de imposante vogelpracht worden we op de terugreis geconfronteerd met de verwoestende gevolgen van orkaan Irma op het vaste land van het hoofdplaatsje Codrington. Wat een ravage. Overal staan de overblijfselen van zwaar beschadigde huizen zonder daken. In de tuinen staan compleet door de zon verteerde koepeltentjes. Schoorvoetend loop ik een tuintje in en gluur door een raam waar alle ruitjes zijn uitgeblazen. Ik schrik…de kamer ligt er nog net zo bij als het moment dat het ruim anderhalf jaar geleden is verlaten. De gordijnen staan open geschoven, de louvredeuren van kast hangen op half elf en op enkele planken ligt een kledingstuk. De laatjes van het dressoir hangen ook open en liggen nog vol spulletjes, waaronder de cd van Billy Ocean: ‘Here you are’ Op het dressoir ligt een horloge, een kammetje, een rond glazen parfumflesje, een roestig mes, 2 deorollers en een dikke bijbel. Later horen we dat maar de helft van de bevolking na de evacuaties is teruggekeerd. Het is opvallend hoe vriendelijk een ieder je benaderd. In de minimarkt met verrotte groenten en wat levensmiddelen op de houten planken, weet ik niet of ik iets moet kopen om ze te helpen of dat ik hiermee hun karige voedselvoorraad wegneem.
We spreken de watertaxichauffeur, een bouwvakker en een kokkin van een restaurant en raken diep onder de indruk van hun doorzettingsvermogen. Stuk voor stuk uiten zij hun frustratie over het corrupte politieke beleid en tonen ze hun wilskracht om hun dorp weer op te bouwen.
Terug op het koraalroze strand staan we stil bij het enorme contrast tussen dit wonderschone uitzicht en het verwoeste plaatsje erachter. Waarna je meteen de bewoners beter begrijpt: Barbuda is een plek om voor te gaan!