Evert Stel is schipper van de Meander V. Met deze voormalige loodstender heeft hij jarenlang met zijn partner Inge voor de Stichting Vaarwens dagtochten gevaren met mensen in de laatste levensfase. Inmiddels heeft de Stichting een eigen schip en wordt de Meander V ingezet op drukke dagen. Van alle dagtochten maakt Evert aangrijpende, veelal emotionele verslagen. Daarnaast is hij auteur en heeft diverse boeken geschreven en is hij columnist bij Watersport-TV. Lees hieronder zijn laatste column.
Getij op de Gouwzee...
Als we op zout water varen, weten we dat we te maken hebben met verschillende waterstanden, maar binnen de sluizen wanen we ons volledig veilig en beschermd tegen de niveauwisselingen van de zee. Niets is echter minder waar, want dit voorjaar hadden we tijdens de vier stormen Corrie op 31 januari, Dudley op 16 februari, Eunice op 18 februari en Franklin op 20 februari flink verlaagde waterstanden op de Gouwzee. De storm Eunice zorgde ervoor dat de Gouwzee compleet leeggeblazen werd en toen lagen we ruim 1.30 meter lager, maar op 31 maart werd door de noordoostenwind de Gouwzee vol gestuwd met een verhoging van 80 centimeter, een verschil van 2.10 meter!
Het water spoelde laat in de avond over de steigers waardoor het complete elektriciteitsnet uitviel, maar geen nood, we kunnen het lang volhouden zonder een netaansluiting. Het werd echter wel houwen en keren om alle landvasten te lossen opdat de bolders niet uit de steigers zouden worden gerukt. Tegen elven belt Louis (ligt voor in de haven) me; ”Evert, wil jij je auto nog redden? Hij staat tot de koplampen in het water!”
Holy shit, snel de regenjas aan en de zuidwester op, die nu eigenlijk ’noordooster’ zou moeten heten. Inge is bezorgd dat ik die enge lange steiger op ga, maar ik heb geen keuze, anders dan mijn trouwe oude Volvo te laten verdrinken. Met ware doodsverachting loop ik over de 300 meter lange steiger aan lagerwal, waar de wind en de golven wild overheen slaan. Hele stukken kruip ik op handen en voeten over de steiger die nu veel weg heeft van een cakewalk attractie...
Bij het eind aangekomen komt Louis naar buiten en roept; ”Niet het gewone pad naar je auto lopen Evert, want daar zit een put waarvan het deksel is afgespoeld!”
Oeps... dan maar via de betonnen stoep langs het havenkantoor. Daar zoek ik voorzichtig de trap naar beneden totdat ik tot aan mijn kruis in het water sta. Naast me hoor ik een stomend en sissend geluid en schrik. Het komt uit de stroomverdeelkast die af en toe ondergedompeld wordt in een overkomende golf en heftig sissend protesteert tegen een onbedoeld bad. Snel loop ik naar de auto en trek het portier open, waar met mij een kruiwagen vol water naar binnen stroomt. Ik probeer mijn 24 jaar oude trouwe brik met ruim 4 ton op de teller te starten, maar hij heeft er geen zin in. Vervolgens vestig ik mijn hoop op de accu, zet de versnelling in de achteruit en draai het contactslot om. ”Joegeljoegeljoegel” klinkt het en zowaar, ik kom achteruit omhoog naar iets droger gebied. In de vooruit en weer; ”Joegeljoegeljoegel” omhoog, waardoor het water uit de uitlaat stroomt en de motor - zowaar op drie van de vijf cilinders - start. ”Ik moet hier weg!” is mijn gedachte en hobbel de parkeerplaats af naar hoger gelegen gebied, maar moet daarvoor langs het Lakeland hotel. Voor het in afbraak verkerende hotel duikt mijn trouwe vriend zo diep onder water, dat de golven over de motorkap lopen en ik visioenen krijg te varen in een niet waterdichte duikboot... Gelukkig blijft de - schijnbaar onverwoestbare - Volvo lopen en samen bereiken we hoger gelegen gebied. Ik prijs hem met een klopje op de motorkap en zet de terugtocht naar de Meander V in. De levensgevaarlijke terugtocht leg ik grotendeels op handen en voeten af om niet van de steiger gespoeld te worden door de overkomende golven en kom als een ’verzopen kat’ aan boord.
”Je moet eerst Louis bellen, want die is doodongerust dat je alleen die steiger over bent gegaan!,” roept Inge als ik mijn kletsnatte kleren buiten in de kuip uittrek...
De volgende dag blijkt de arme auto flinke schade te hebben. Het carter zit vol water en van binnen is alles kletsnat. Op de rug in het zand ververs ik 3 keer de olie, waarna ze weer loopt, maar niet echt lekker. De elektronica is nat geweest, de dynamolagers razen als karrewielen en ga maar door. Mijn monteur luistert aandachtig en zegt; ”Ik weet dat het je na 16 jaar er in te hebben gereden pijn doet, maar het wordt tijd dat je hem laat inslapen... Je kunt er nu op wachten tot het ene na het andere uit gaat vallen!”
Inmiddels hebben we afscheid van onze trouwe vriend genomen die ons moeiteloos bijna 10 keer de aarde rond heeft gereden. We hebben met de getijdewisselingen op de Gouwzee even getwijfeld om een amfibie als nieuwe auto te kopen, maar het is toch weer een mooie Volvo XC70 geworden...
Evert