DEN HAAG- Oud planoloog en topambtenaar Nico van Rijssel wil dat het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onmiddellijk stopt met de voorbereidingen en het uitvoeringsplan van de WC-op-slot regeling voor pleziervaartuigen. Volgens Van Rijssel gaat deze regeling, die op 1 januari 2026 ingevoerd zal worden, niet werken, is gevaarlijk, zal het de watersportsector schaden en het Rijk nodeloos jaarlijks een grote kostenpost opleveren voor de uitvoeringsorganisatie en handhaving.
In een open gemotiveerde brief op persoonlijke titel aan de Regering en leden van de Tweede Kamer, in het bezit van Watersport-TV, motiveert Van Rijssel zijn standpunten en mening. De inhoud van de brief plus toelichting kun je hieronder lezen.
In 2019 besloot de toenmalige regering dat er een nieuwe regeling moest komen die de afvoer van buitenwaterspoeltoiletten (zgn. boordtoiletten) van pleziervaartuigen op binnenwater permanent afsluit. Om zodoende buitenwaterzwemmers te beschermen tegen het toen veronderstelde grote gevaar van besmetting door fecaliënbacteriën door lozingen vanuit pleziervaartuigen. Het ministerie van I&W heeft de regeling nu bijna klaar en heeft besloten die per 1-1-2026 in te voeren. De regeling betekent een nieuwe forse jaarlijkse kostenpost voor het rijk voor de uitvoeringsorganisatie en handhaving.
Niet nodig
Het grote gevaar voor besmetting van zwemmers door recreatievaartlozingen, het motief voor de regeling, is er niet, zo leert recentere kennis over pleziervaart en buitenzwemmen. Pleziervaarders varen gemiddeld slechts rond 25 dagen per jaar, varen dan bijna altijd in dagtochten van doorgaans niet langer dan 5 uur van jachthaven naar jachthaven of passantenhaven en doen hun behoeften op toiletten in die havens.
In de praktijk blijken boordtoiletten van pleziervaartuigen dan ook vrijwel uitsluitend te worden gebruikt om te plassen (wat geen besmettingsgevaar oplevert). Op veel boten wordt het boordtoilet nooit gebruikt voor de grote boodschap, op de meeste overige boten meestal slechts één of enkele keren per jaar. Verspreid over de vele honderden vierkante kilometers oppervlaktewater zijn deze lozingen niet van betekenis.
Dat blijkt uit systematische metingen van de laatste vier jaren van de honderden zwemplekken langs het nederlandse recreatievaarwater: ze scoren vrijwel allemaal een goede of uitstekende zwemwaterkwaliteit.
Het blijkt ook uit recenter onderzoek naar fecaliënbacteriën in buitenwater: hoeveelheden van betekenis komen in het buitenwater vrijwel niet voor, maar wel tijdelijk lokaal op kleine schaal; als bronnen worden dan gevonden vogelpoep en rioolwateroverstorten, niet de pleziervaart.
Met de opkomst van steeds beter betaalbare äan boord”zuivering, zal die de komende jaren spontaan in steeds meer boten worden geplaatst.
Niet werken
De pleziervaart loost zeer weinig fecaliën. Als zich een enkele keer toch een incidentele grote boodschap aandient, gaat die bij de rond 70.000 pleziervaartuigen zonder boordtoilet meestal via een emmertje overboord. Als het boordtoilet van de overige rond 130.000 boten via de “WC-op-slot” regeling op slot zit, gaat ook op de meeste van deze boten de grote boodschap via een emmertje overboord. En wordt die niet bewaard en later op de wal afgevoerd of aan boord gezuiverd, zoals IenW belooft. Want: te duur, te veel gedoe, teveel stank aan boord.
Is gevaarlijk
Als de veiligheidsafsluiter van het boordtoilet op slot verzegeld is zoals de “WC-op-slot” regeling vereist, kan die afsluiter niet meer regelmatig open en dicht gedaan worden, Die corrodeert en verkalkt dan en sluit niet meer goed af. Met kans op vollopen van de boot en total loss, en gevaar voor opvarenden.
Zonder normaal boordtoilet worden pleziervaartuigen minder comfortabel. Dat betekent minder bouw en verkoop van nieuwe boten, afhaken van een deel van de pleziervaarders, minder toetreders en minder pleziervaren. Dat betekent ook minder omzet en een klap voor de nu kwakkelende watersporteconomie.
Nico van Rijssel is gepensioneerd planoloog en topambtenaar en was namens de provincies(IPO) initiatiefnemer en de eerste jaren voorzitter van de Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland(BRTN). Dat was een permanent samenwerkingsverband van landelijke toervaartorganisaties, de koepelorganisatie van watersportbedrijfsleven HISWA, de ANWB, het Rijk, de koepelorganisaties van gemeenten, provincies en waterschappen, gericht op een goede ontwikkeling van toervaart, toervaartmogelijkheden en de evenwichtige inpassing daarvan in de nederlandse samenleving en ruimte. De BRTN is in de loop der jaren uitgegroeid tot de huidige Stichting Waterrecreatie met bredere doelstelling en meer deelnemers.
Wil je reageren op deze brief, stuur een mail naat info@watersport-tv.nl
Informatiebijlage bij open brief aan Tweede Kamer en Regering februari 2025 van N. van Rijssel.
Geplande “WC-op-slot” regeling pleziervaartuigen.
Naar aanleiding van een aangenomen ongedocumenteerde “pop up” D66 motie van de Tweede kamer besloot de toenmalige regering in 2019 tot voorbereiding van een “WC-op-slot” regeling voor pleziervaartuigen. De beoogde “WC-op-slot” regeling is bedoeld als handhavingsmaatregel van het in 2009 ingevoerde wettelijke verbod tot lozing vanuit pleziervaartuigen. Dat lozingsverbod kwam er op grond van de toen breed levende veronderstelling dat de lozingen van de pleziervaart ernstige schadelijke gevolgen opleverden voor het milieu, de volksgezondheid en de waterwinning. Met de kennis van nu, dat de lozingen van de pleziervaart zeer gering zijn dat ze op geen enkel terrein van wezenlijke betekenis zijn, zou het wettelijke verbod lozing pleziervaart 2009 er niet zijn gekomen. Het verbod heeft vandaag de dag zijn inhoudelijke betekenis verloren, is een loos juridisch overblijfsel geworden, zou probleemloos ingetrokken kunnen worden als dereguleringsproject.
Blijkbaar niet gehinderd door recentere kennis omtrent pleziervaart en buitenzwemmen wordt de “WC-op-slot” regeling, zoals die er nu uitziet, inhoudelijk nog gemotiveerd met het achterhaalde idee dat het lozen van fecaliën vanuit pleziervaart veel gevaar oplevert voor buitenwaterzwemmers (vooral darm- en oor infecties). In de regeling worden urinelozingen terecht als ongevaarlijk beschouwd; die zijn toegestaan.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat mikt er op de regeling (officiëel “Besluit verzegeling afvoerleiding toilet pleziervaartuigen”) en bijbehorende uitvoeringsaanpak 1-1-2026 klaar te hebben en in te voeren. Het gaat om een verplichting de zogenaamde veiligheidsafsluiter van het gat in de boot waardoor het buitenwaterspoeltoilet (het zgn boordtoilet) loost, permanent gesloten te verzegelen, zodat lozing van de grote boodschap niet meer kan. De regeling vraagt een nieuwe forse blijvende kostenpost op de rijksbegroting voor de uitvoerings- en handhavingsorganisatie.
De “WC-op-slot” regeling pleziervaartuigen is niet nodig.
Pleziervaarders lozen vrijwel geen fecaliën op buitenwater. Gemiddeld varen zij maar ca. 25 dagen per jaar. Als zij varen doen ze dat vrijwel altijd in dagtochten van minder dan 5 uur van jachthaven naar jachthaven of passantenhaven en doen ze hun behoeften op de toiletten van die havens, voorafgaande en na de dagtocht. Een enkele keer ontsnapt er een grote boodschap aan deze discipline, die gaat dan vrijwel altijd overboord. Bij de rond 70.000 boten zonder boordtoilet via een emmertje, bij de overige rond 130.000 boten via een boordtoilet met afvoer onder water. Deze incidentele lozingen gebeuren verspreid over honderden vierkante kilometers oppervlaktewater en vormen geen bedreiging voor zwemmers.
Dat blijkt uit systematische metingen van de zwemwaterkwalitet van buitenwater van de laatste 4 jaren(zwemwater.nl). De honderden zwemplaatsen langs het recreatievaarwater scoren al die jaren vrijwel allemaal een goede tot uitstekende zwemwaterkwaliteit, ook in de topmaanden van de recreatievaart juli en augustus.
Dat blijkt ook uit onderzoek van de afgelopen jaren naar de aanwezigheid van fecaliënbacteriën in bevaarbaar oppervlaktewater. Aanwezigheid van betekenis van die bacteriën in het bevaarbare oppervlaktewater komt vrijwel niet voor, maar komt wel tijdelijk en op kleine schaal plaatselijk voor; als bronnen komen naar voren poep van vooral watervogels en riooloverstorten na regenval en niet de recreatievaart.
Op een beperkt aantal plaatsen in het buitengebied, waar veel boten meerdere dagen dicht op elkaar op grotere aanlegplekken liggen en waar geen toiletten op de wal zijn, komen vermoedelijk(er zijn geen metingen) soms aanmerkelijke hoeveelheden fecaliënbacteriën voor, afkomstig van pleziervaartuigen. Op veel van die plaatsen geldt een zwemverbod in verband met veilige vaart en ze zijn in de regel niet aantrekkelijk om te zwemmen. Waar dat op zulke plekken wel mag, zwemmen niet vaak maar soms wel, mensen bij hun boten, Dat geeft geen problemen; bootjesmensen kennen de risico’s daar, zwemmen met hun hoofd bovenwater en nemen niet de slok mogelijk vervuild buitenwater, die nodig is om ziek te worden.
Tenslotte: fecaliënbesmettingen uit bevaarbaar buitenwater, kennelijk vooral door vogelpoep en rioolwateroverstorten, verlopen vrijwel allemaal mild (RIVM). Cijfers over ernstige fecaliënbesmettingen(ziekenhuisopname) uit buitenwater zijn er niet, ze komen voor zover bekend maar incidenteel voor(geen tientallen per jaar).
De “WC-op-slot’ regeling pleziervaartuigen gaat helemaal niet werken.
Het ministerie van IenW heeft de regering en Tweede kamer voorgehouden dat, als via de “WC-op-slot” regeling de incidentele grote boodschap niet meer via het boordtoilet op het oppervlaktewater kan worden geloosd, de meeste pleziervaarders de grote boodschap aan boord gaan bewaren in kostbare vuilwatertanks en in poepdozen in allerlei vormen. En dat ze deze boodschap(pen) dan later ergens aan de wal gaan afvoeren. Of dat ze kostbare waterzuiveringsinstallaties aan boord gaan installeren.
Dat gaat allemaal niet gebeuren. Net als bij vrijwel alle rond 70.000 pleziervaartuigen zonder boordtoilet, gaat de incidentele grote boodschap ook bij vrijwel alle rond 130.000 pleziervaartuigen met boordtoilet via het emmertje overboord, als via de regeling “WC-op-slot” het boordtoilet niet meer kan worden gebruikt. Dat is formeel verboden, maar niet te controleren of te handhaven.
Dat zit zo. Vrijwel alle pleziervaarders vinden het geen fijn idee de incidentele grote boodschap te lozen op het geliefde vaarwater en daarom zoeken zij en het watersportbedrijfsleven naar mogelijkheden om dit te voorkomen. De komende jaren worden boordzuiveringsinstallaties voor nieuwe pleziervaartboten technisch inpasbaar en finciëel haalbaar. Voor de meeste bestaande boten, waaronder veel oudere en kleinere, is zuivering aan boord technisch en financiëel voorlopig niet haalbaar zijn. De comfortabele, handige en betaalbare vrijwel reukloze standaard chemische casette-toiletten, met poepdozen op wieltjes, passen niet in pleziervaartuigen. Daarom wordt in bestaande boten geëxperimenteerd met vuilwatertanks en poepdozen in allerlei vormen.
De resultaten zijn vanwege stankoverlast en omslachtigheid nog zo slecht, of zo duur, dat de pleziervaarder, voor die enkele keer per jaar dat er een grote boodschap onverwacht komt, er voor kiest de grote boodschap via het emmertje overboord te doen. Dat gebeurt nu al op vrijwel alle rond 70.000 pleziervaartugen zonder boordtoilet; als via de”WC-op-slot” regeling het boordtoilet van de overige rond 130.000 boten niet meer kan worden gebruikt, gebeurt dat ook daar.
Er is wel een positief vooruitzicht: De ontwikkeling van compactere reukloze “aan boord” zuiveringsinstallaties, die aangesloten kunnen worden op het boordtoilet en bacterievrij lozen op het buitenwater, lijkt goed op gang te komen. Ze zijn nu nog kostbaar, maar te verwachten is dat er meer fabrikaten komen, ze kleiner worden en uiteindelijk betaalbaar voor veel pleziervaarders. Te verwachten is dat in de loop van de komende 10 jaar geleidelijk spontaan in veel pleziervaatuigen de zuiveringsinstallaties worden geplaatst.
De “WC-op-slot” regeling pleziervaartuigen is gevaarlijk.
Het boordtoilet pompt via een slang en een gat onderin de boot de inhoud naar buiten.
Omdat het boordtoilet en de slangverbindingen kwetsbaar zijn en regelmatig stuk gaan, met lekkage als gevolg, is er een solide zogenaamde veiligheidsafsuiter op het gat in de boot geplaatst, waaraan de afvoerslang van het boordtoilet is bevestigd. Zonder deze afsluiter zou de boot vroeger of later door een defect van het boordtoilet of de slangaansluiting vollopen, zinken en daarmee vrijwel altijd total loss zijn. Om veiligheidsreden moet bij elk toiletbezoek(vaak om te plassen en een enkele keer per jaar voor de grote boodschap) de afsluiter geopend en later weer afgesloten worden.
Dat regelmatige openen en sluiten is ook nodig om technische reden.
Gebeurt dat niet, zoals onvermijdelijk bij verplichte verzegeling via de “WC-op-slot” regeling, dan oxideert en verkalkt de afsluiter en sluit die ongemerkt niet meer goed af. Met als gevolg kans op vollopen, zinken en total-loss zijn van de boot en ook gevaar voor de opvarenden.
Ook kan de verzegelde afsluiter stuk vriezen als hij als gevolg van het verzegelen ongemerkt anti-vries lekt bij overwintering van het pleziervaartuig in het water, met als gevolg ook vollopen, zinken en total-loss.
De regeling is een klap voor het watersportbedrijfsleven.
Als het gebruikelijke boordtoilet door de “WC-op-slot” regeling niet meer kan worden gebruikt voor de regelmatige plasjes en in een noodgeval ook een enkele keer een grote boodschap, wordt het pleziervaren minder comfortabel, vallen er deelnemers af, treden nieuwkomers minder toe en wordt er minder gevaren. De bouw en verkoop van nieuwe pleziervaartuigen wordt minder, bestaande boten worden minder waard, er wordt minder plezier gevaren.
Dat alles betekent minder omzet en een flinke economische klap voor het nu toch al kwakkelende watersport bedrijfsleven.
Bovenstaande is een ingezonden brief plus toelichting.